Doosan stapt in de mobiele 10-tons klasse met de DX100W-7. Deze volledig nieuw ontwikkelde machine gaat in 2022 in productie, moet het huidige gat in Doosans leveringsprogramma opvullen én komt in een segment dat op groeiende belangstelling kan rekenen. De verwachtingen zijn dus hooggespannen. Eind 2021 was een pre-productie-machine in ons land en die mocht Bouwmachines alvast aan een test onderwerpen. Hoe presteert de vierwielgestuurde compacte nieuwkomer?
Als we vanuit het grondverzet denken aan een mobiele graafmachine dan is een 15-tons machine vaak de standaard. Toch is het segment van compactere en iets lichtere mobiele graafmachines duidelijk groeiende. Dit soort machines zijn multifunctioneel inzetbaar. Van wegenbouw op krappe plekken, machinaal straten tot aan groenvoorziening en gemeentelijk werk.
Een 10-tonner kan veel, is breed inzetbaar en daarmee interessant. Verschillende fabrikanten zien dat en bouwen daarom lichtere en compactere mobiele graafmachines, bijvoorbeeld Liebherr met de A910 Compact en Volvo met de recent geïntroduceerde EWR130.
Kijk je naar de specificaties dan wegen deze machines bedrijfsklaar toch al snel 13 ton, of zelfs meer. Een échte 10-tonner kunnen de grotere bouwmachinefabrikanten vaak niet leveren. Eigenlijk is alleen Komatsu present met de PW98MR-11 en aast ook JCB met haar Hydradig op dezelfde doelgroep. Waar de grotere fabrikanten het segment lange tijd verwaarloosden, sponnen de fabrikanten van compact materieel er juist garen bij.
Met deze DX100W-7 zal Doosan in de praktijk vooral de concurrentie aangaan met de compactfabrikanten, om precies te zijn: Takeuchi, Yanmar en Wacker Neuson. Deze merken hebben het segment van de 10-tonner al lange tijd terug uitgevonden. Sommige zijn hier erg succesvol in en dat blijft natuurlijk niet onopgemerkt. Zij vormen het bewijs dat er simpelweg vraag is naar 10-tons machines en die boodschap hebben de Europese Doosan-importeurs in het verleden al kenbaar gemaakt bij de Koreaanse fabrikant.
Een aantal jaren geleden werd daarom een eerste aanzet gedaan, sinds 2020 heeft de fabrikant écht serieus werk gemaakt van de ontwikkeling van zo’n 10-tons machine. Die is ook meer dan welkom in het leveringsprogramma van Doosan. Want als je dat nu bekijkt bouwt men enerzijds de 6-tons DX57W en anderzijds de grote mobiele graafmachines vanaf 14 ton. Hiertussen zit dus een enorm gat. Een gat dat de 10-tons DX100W-7 mag gaan vullen, zodoende liggen de verwachtingen ook hoog.
Doosan ontwikkelde de DX100 volledig nieuw. Dat is logisch want een vergelijkbare machine had de fabrikant niet. Als je de machine ziet, dan kun je tegelijk ook constateren dat Doosan het wiel niet opnieuw heeft uitgevonden in dit segment. Dat blijkt als je deze DX100 op een rij zou zetten samen met de Takeuchi TB295W, de Wacker Neuson EW100 en de Yanmar B95W. Dan zie je in de algemene bouwwijze veel overeenkomsten. Althans van de buitenkant.
Met name de gelijkenissen in de bouw en plaatsing van de giek zijn treffend. Allemaal kiezen ze namelijk voor een voorop gemonteerde zwenkgiek in combinatie met dubbele cilinders op de verstelgiek. Een bouwwijze die we bij Doosan niet eerder zagen op een mobiele machine.
Waar veel fabrikanten kiezen voor een motor die aan de rechterzijde is ingebouwd, kiest Doosan er, net zoals Takeuchi, voor om de motor dwars achter in de bovenwagen te houden. Net zoals bij de grotere types, zou je kunnen zeggen. Om de bereikbaarheid voor onderhoud te waarborgen kiest Doosan niet voor een motorkap, maar is er wel een groot serviceluik in het 1.350 kg wegende contragewicht. Dat heeft hiervoor een grote uitsparing en mede hierdoor kun je vanaf de achterzijde prima vanaf de grond de motor bereiken.
Op deze plek tref je ook het luchtfilter, motoroliefilter en de peilstok van de motorolie. Doosan maakt gebruik van de eigen 3,4-liter 4-cilindermotor die uiteraard voldoet aan de Stage V-eisen. Dat lukt zonder uitlaatgasrecirculatie. Een katalysator, roetfilter en AdBlue-nabehandeling zijn wel present. Samen met twee extra deuren op de hoeken links en rechts kun je praktisch de gehele achterzijde openzetten.
Op de rechterhoek zijn de koelers ingebouwd en is ook de brandstofvulpomp te vinden, inclusief ruimte voor de slang. Aan de linkerzijde zijn de hydrauliekpompen gemonteerd en tref je de filters van de hydrauliekolie aan. Het ventielenblok is ingebouwd achter de cabine.
Alle overige zaken zijn rechtsvoor gegroepeerd. Achter een grote kap zijn hier de brandstoftank, AdBlue-tank en de ruitenwisservloeistof te vinden. De kunststof brandstoftank is afsluitbaar en is als geheel ingebouwd achter de stalen beplating met een afsluitbare deur. Een onverlaat moet toch echt serieuze moeite doen om diesel uit deze compacte Doosan te stelen.
De cabine oogt bekend en is dat ook: deze is hetzelfde als op de lichtere DX57W-7. De hele bediening is identiek aan die van de grotere machines. Wel zijn er nieuwe functies bijgekomen, zoals voor de vierwielbesturing. Met een schakelaar kies je voor vierwiel-, tweewiel- of krabbesturing (hondengang). De wielen centreren zich automatisch, als machinist heb je daar geen omkijken naar.
De functie maakt de machine extreem wendbaar; binnen een breedte van 7,5 meter kun je keren, uitzwaai van de giek niet meegerekend. Sturen doe met het stuurwiel: af-fabriek gaat Doosan geen joystickbesturing leveren.
De giek is rank gebouwd en kan 60 graden naar zowel links als rechts zwenken. De machine komt altijd met een verstelgiek, onze testmachine is uitgevoerd met een lepelsteel van 2,25 meter. De testmachine is verder voorzien van een S45-snelwissel met hieraan een engcon draaikantelstuk en een 400-liter bak. Tijdens de metingen is het dks afgekoppeld.
De prestaties zijn zoals je die zou verwachten. De configuratie met de voorop geplaatste giek is niet ideaal bij het laden van de vrachtwagen en dat wordt bevestigd door de weegbrug na het verrichten van laadproeven. Op dit onderdeel blijft de Doosan daarom wat achter bij het testgemiddelde.
In het graven van de testsleuven bewijst de 10-tonner juist z’n productiviteit met een bovengemiddelde score. En hier zit nog potentie, want op brede enkelluchtbanden had de Doosan zich sneller kunnen verplaatsen en waren de prestaties omgerekend in kuubs per uur nóg beter geweest.
Het voorserie-model in deze test is nog niet helemaal af en nog niet opgebouwd voor de Nederlandse markt. Doosan gaat de DX100W-7 nog verder finetunen voordat de serieproductie van start gaat. Dan komen er ook meer opties af-fabriek beschikbaar op deze nieuwe telg. Opties zoals die ook te krijgen zijn op de andere onlangs geïntroduceerde grotere machines van de zevende generatie. Denk bijvoorbeeld aan giekvering en een automatische graafrem die op onze testmachine nog ontbreken. Ook aan een gekeurde trekhaak met remaansluiting en een kipperventiel zegt de fabrikant te werken. En daarmee is de DX100W-7 een zeer complete machine die veel kenmerken deelt met zijn grotere broers. Een machinist die Doosan gewend is, zal dat zien als een sterk punt.
Natuurlijk kun je ook kritisch zijn. Doosan had er immers ook voor kunnen kiezen om een baanbrekende 10-tonner te ontwikkelen met een vaste giek naast de cabine. Want nu kopers in ons land massaal kiezen voor een draaikantelstuk, kun je je afvragen of een zwenkgiek nog wel zoveel meerwaarde biedt. Wereldwijd gezien wél, voor veel Europese kopers waarschijnlijk niet. De DX100W-7 brengt hiermee in de basis geen revolutionaire verandering in het segment.
Wel is het vanuit de fabrikant gezien een veilige keuze om deze DX100 wat betreft concept in lijn te houden met de bestaande concurrentie in deze klasse. Bekijk je het op die manier, dan is het een complete machine die op belangrijke details wel degelijk iets toevoegt in de markt. Denk dan aan de topsnelheid van bijna 40 km/u, de vierwielbesturing en de toegankelijkheid voor onderhoud via de achterzijde van de machine.
Verder is de machine compleet én wat betreft bediening en mogelijkheden identiek uitgevoerd aan de grotere mobiele graafmachines van het merk. Zo zijn de drukken en liters op de extra functie instelbaar en kun je met de 200 liter per minuut en 100 pk vermogen standaard al goed vooruit, ook met veeleisende aanbouwdelen. Ook vanuit de machinist gezien zet je geen stap terug als je met deze kleinere machine op pad gaat.
Toch gaat het in dit geval om méér dan alleen het ijzerwerk. De DX100W-7 lijkt vooral strategisch een slimme zet. Want Doosan kan nu een machine leveren die veel directe concurrenten uit het zwaardere mobiele segment (nog) niet hebben. En dus een machine waarmee het merk kan binnenkomen bij nieuwe klanten. Tel daarbij op de kersverse samenwerking met Tobroco-Giant op het gebied van minishovels, en het signaal moge duidelijk zijn: Doosan zet vol in op een complete eigen lijn compacte machines.
Neem contact met ons op. We vertellen je er graag meer over!
